Vanuit de landelijke overheid wordt in de laatste jaren steeds meer nadruk gelegd op transparantie en digitale toegankelijkheid van overheidsorganisaties. Burgers en bedrijven hebben recht om te weten welke informatie over hen verwerkt wordt, op informatie over wat er in hun buurt gebeurt en op eenvoudige toegang tot (digitale) overheidsdiensten.
Drie belangrijke wetten op dat terrein traden afgelopen jaar in werking, namelijk:
- de Wet open overheid (Woo), die overheden verplicht om behalve op verzoek ook pro-actief een aantal categorieën informatie te publiceren;
- de Wet elektronische publicaties (Wep), die de publicatie van formele besluiten regelt;
- de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, die de gemeente verplicht om voor alle diensten en producten een digitaal kanaal in te richten.
Alle drie de wetten worden nu stap voor stap geïmplementeerd.
Wet open overheid
Iedereen heeft recht op informatie over wat de overheid doet, hoe ze dat doet en waarom. Overheidsorganisaties moeten die informatie uit zichzelf geven of als iemand daarom vraagt. De informatie wordt dan openbaar. Dat is geregeld in de Wet open overheid (Woo). Deze wet is de opvolger van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob). In de nieuwe wet bestaan twee vormen van openbaarmaking van informatie, namelijk: actieve en passieve openbaarmaking. Bij passieve openbaarmaking gaat het om het delen van documenten nadat hier een verzoek om is gedaan. Bij actieve openbaarmaking worden de documenten op voorhand door de overheid beschikbaar gesteld. Dit gebeurt dus zonder dat hier een verzoek aan vooraf is gegaan. Ten opzichte van de Wob is dat laatste een nieuw onderdeel.
In 2023 waren we vooral bezig met de passieve openbaarmaking. In 2024 legden we de focus op actieve openbaarmaking. De Woo stelt dat er 17 soorten informatie (informatiecategorieën) actief openbaar gemaakt moeten worden. De verplichting om deze informatiecategorieën openbaar te maken is in 4 tranches ingedeeld. De eerste tranche is ingegaan op 1 november 2024. Vanaf dat moment moet de gemeente de volgende categorieën verplicht openbaar maken:
- Wetten en andere algemene verbindende voorschriften;
- Overige besluiten van algemene strekking;
- Informatie over organisatie en werkwijze;
- Bereikbaarheidsgegevens;
- Vergaderstukken en -verslagen van de Staten-Generaal.
Deze laatste categorie is uiteraard niet van toepassing op gemeenten.
In 2024 heeft de gemeente een openbaarmakingsplatform aangeschaft. Daarop kunnen we documenten actief openbaar maken. Daardoor kunnen we voldoen aan de verplichting om de eerste informatiecategorieën openbaar te maken. Daarnaast worden op dit platform ook behandelde Woo-verzoeken openbaar gemaakt.
Over passieve openbaarmaking is een helder en duidelijk proces geformuleerd. Deze wordt gehanteerd bij de behandeling van elk Woo-verzoek. Hierdoor weten ambtenaren wat van ze wordt verwacht bij de behandeling van een Woo-verzoek.
De Woo vraagt veel van de hele gemeentelijke organisatie, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Met name de passieve openbaarmaking kost veel tijd. Alle communicatie-uitingen, zowel intern als extern, vallen onder de Woo. Als organisatie staan we hier dus voor een grote verandering in bewustwording en handelen. Meer leest u hierover in paragraaf 9 Wet open overheid.
Wet elektronische publicaties (Wep)
De Wep is sinds 1 januari 2021 van kracht. De Wep introduceert een verplichting voor gemeenten om alle wettelijk voorgeschreven bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen van (voorgenomen) besluiten in een officieel elektronisch publicatieblad te doen. Het gaat hierbij om bekendmakingen die niet tot één of meer belanghebbenden zijn gericht. Verordeningen worden door de gemeente al op deze wijze bekendgemaakt. Volgens de Wep moeten ook kennisgevingen worden gepubliceerd. Voorgenomen besluiten moeten met bijbehorende stukken zowel fysiek als elektronisch ter inzage worden gelegd.
De implementatie van de Wep is voor een belangrijk deel afgerond. De digitale terinzagelegging van voorgenomen besluiten en bijbehorende stukken moet nog worden geïmplementeerd. Als oplossing onderzoeken we of we hiervoor kunnen aansluiten bij een bestaande voorziening Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP). Of dat we hiervoor toch een eigen voorziening moeten implementeren. Voor de invulling van een eigen voorziening wordt in 2025/2026 bekeken of het aangeschafte publicatieplatform voor de Woo hiervoor ingezet kan worden. Het publicatieplatform wordt op dit moment nog voornamelijk ingezet voor de publicatie van Woo-verzoeken.
Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv)
De Wmebv regelt dat burgers en bedrijven digitaal hun zaken met de overheid kunnen doen. Zij krijgen daarmee het recht om officiële berichten elektronisch aan ons te sturen. Dit gaat bijvoorbeeld over aanvragen voor vergunningen en bezwaarschriften. Daarnaast blijft de mogelijkheid om post te sturen. Burgers en bedrijven hebben de keuze tussen de digitale en papieren weg.
Voor Neder-Betuwe ondersteunen we de digitale weg door het aanbieden van elektronische formulieren. Daardoor kunnen burgers en bedrijven een aanvraag, verzoek of melding digitaal indienen. De e-formulieren vervangen zoveel mogelijk de aanwezige pdf-bestanden die niet voldoen aan toegankelijkheidseisen. Deze pdf-bestanden zijn ook lastig in gebruik en lastiger te onderhouden. Op dit moment zijn al veel pdf-formulieren vervangen door e-formulieren. Er wordt op projectbasis gewerkt aan verdere vervanging. Deze nieuwe manier van dienstverlening is nog niet helemaal ingeregeld. Vanaf 2025 moet dat verder worden uitgewerkt en vastgelegd.
Ten aanzien van alle drie de wetten geldt dat de belasting voor de ambtelijke organisatie erg groot is. We kiezen ervoor daar waar het kan en mag de implementatie stapsgewijs in te voeren. Naast de digitale toegankelijk is ook in 2025 het veilig houden van onze informatie essentieel.